Blok 1 van 0
Mee bezig

Microteaching

De term microteaching werd voor het eerst gebruikt in de jaren 60 van de vorige eeuw. Het werd gebruikt aan de Universiteit van Stanford. Door middel van microteaching probeerde de universiteit  het opleiden van aankomend docenten efficiënter te maken.

Bij microteachiing geven (toekomstige) trainers/docenten les aan elkaar en krijgen hier feedback op.
Er is geen vaststaand model dat voorschrijft hoe microteaching er precies uit moet zien.
Het is een vereenvoudigde vorm van lesgeven omdat:

  • het in kleinere groepen plaatsvindt
  • het kort is
  • er een duidelijk afgebakend onderwerp behandeld wordt
  • deelnemers zich richten op specifieke taken (bijv. vragen stellen of discussie).
  • er wordt feedback gegeven.

Er zijn een aantal basisonderdelen die vaak terug te vinden zijn in microteaching

  • Het moment wordt georganiseerd in een kunstmatige leeromgeving en wordt minder complex ingevuld.
  • De deelnemer staat niet voor een echte studentengroep, maar voor een groep van deelnemers/medestudenten.
  • De hele leersituatie is veilig zodat er geëxperimenteerd kan worden.
  • Leren gebeurt door:
    • Te observeren.
    • Te reflecteren.
    • Les te geven.
    • Ervaring op te doen.
    • Te experimenteren.
    • Feedback te krijgen.